Giardia is een darmparasiet die voorkomt bij honden en katten. Het is, wat wij noemen een flagellaat, een microscopisch kleine parasiet die zichzelf kan vermenigvuldigen door zich te delen, maar ook eitjes (oocysten genaamd) uitscheidt om zichzelf te verspreiden.
Deze oocysten kunnen zeer lang in de omgeving overleven, vooral wanneer deze omgeving vochtig is. In bv een asiel-setting, waar veel honden bij elkaar zitten, en de kennels met een hoge druk reiniger worden schoon gemaakt, kan dit dus een behoorlijk probleem zijn.
De meeste volwassen honden hebben echter een goede weerstand tegen deze parasiet, en het kan dus voorkomen dat zij drager zijn van giardia, zonder dat zij daar last van hebben. Pas op het moment dat zij een dip in hun weerstand hebben, bv door stress van een transport, abrupte voersverandering of aanwezigheid van andere darmparasieten, kan een giardia doorbreken en klachten veroorzaken. Pups, waarbij de weerstand nog niet volledig ontwikkeld is, zijn sowieso gevoeliger voor het ontwikkelen van klachten.
Symptomen
Giardia geeft voornamelijk diarree-klachten, waarbij de ontlasting vaak erg stinkt, slijmerig is en ook bloed kan bevatten. Soms kan het ook meer intermitterende klachten geven waarbij de ontlasting de ene keer goed is en de andere keer dun. Klachten van buikpijn en een verminderde eetlust kunnen daarbij voorkomen.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door het aantonen van de parasiet in de ontlasting. Dat kan door het aantonen van de aanwezigheid van oocysten of het aantonen van antigenen van de flagellaat. Oocysten worden niet dagelijks uitgescheiden, en voor een zekere diagnose is het dan ook belangrijk dat er van meerdere dagen ontlasting opgevangen wordt. Belangrijk bij het bewaren van de ontlasting is dat deze niet uitdroogt, dus best in een goed afgesloten potje in de koelkast bewaren en vrij van bv kattenbakkorrels. Bij testen op basis van antigenen volstaat het om één ontlastingsmonster te gebruiken. Vraag voor de zekerheid aan je dierenarts welke test hij gebruikt en dus van hoeveel dagen je ontlasting moet inleveren.
Behandeling
De behandeling van giardia is tweeledig, enerzijds moet het dier zelf behandeld worden, anderzijds moet de omgeving behandeld worden om herbesmetting te voorkomen.
Om de giardia zelf te behandelen kan fenbendazol (panacur) of metronidazol gebruikt worden. Er bestaan verschillende protocollen over hoe vaak en hoe lang behandeld moet worden. Overleg hierover daarom altijd met uw dierenarts.
Daarnaast is het belangrijk dat alle dieren in het gezin behandeld worden en niet enkel het dier met klachten.
Om herbesmetting te voorkomen zijn hygienische maatregelen erg belangrijk. Daarom dient de hond tijdens de behandeling enkele malen gewassen te worden, moet het huis (indien mogelijk) met bleek gedweild worden en moeten kleedjes en kussentjes waar de hond graag op ligt gewassen worden. Wanneer de hond een ongelukje heeft in huis dient dit zo snel mogelijk opgeruimd te worden en kattenbakken moeten dagelijks volledig verschoond worden. Giardia is een zoonose, en kan dus overgaan van dier op mens. Gebruik van handschoenen tijdens het schoonmaken en handen wassen na het uitlaten en knuffelen van je hond is daarom aangeraden.
Giardia kan soms erg lastig onder controle te krijgen zijn, vooral in een huishouden waar veel dieren aanwezig zijn. Hygiëne is daarbij wel het sleutelwoord!
Soms gebeurt het dat honden diarree blijven houden ondanks dat de giardia parasiet verdwenen is. Dit komt vooral voor na een chronische giardia infectie. Dit komt omdat de darmwand en het microbioom van slag zijn geraakt als gevolg van de infectie en het gebruik van antibiotica. Verandering van dieet, gebruik van probiotica of ondersteuning met vitamine B12 kan dan helpen.
Preventie
Het kan helpen om uw hond bij aankomst uit spanje direct te wassen en preventief 3 dagen panacur (algemeen ontwormingsmiddel) te geven. De kans dat giardia daarna nog doorbreekt is klein, maar niet onmogelijk.