Water drinken lijkt een vanzelfsprekende zaak. Hondenbaasjes zetten vaak zonder al te veel nadenken een kom water neer waar de hond naar believen van kan drinken. Maar baasjes weten meestal niet of hun hond wel genoeg drinkt, of misschien dat hij zelfs te veel drinkt. Hoeveel moet een hond eigenlijk drinken om gezond te blijven? En hoe kunnen baasjes het drinkgedrag van hun hond sturen?
Vitaal water
Net zoals voor mensen, is water ook van vitaal belang voor honden. Hydratatie houdt de gezondheidstoestand op peil en verhoogt het zelfs. Een te lage waterinname brengt nierstenen, orgaanfalen en mogelijk zelfs de dood met zich mee. Een te hoge waterinname daarentegen leidt tot een opgeblazen maag en hyponatriëmie (elektrolytenverstoring), beter bekend als watervergiftiging. Het drinkgedrag van de hond bepaalt dus in belangrijke mate zijn gezondheidstoestand!
Net zoals voor mensen, is water ook van vitaal belang voor honden. Hydratatie houdt de gezondheidstoestand op peil en verhoogt het zelfs. Een te lage waterinname brengt nierstenen, orgaanfalen en mogelijk zelfs de dood met zich mee. Een te hoge waterinname daarentegen leidt tot een opgeblazen maag en hyponatriëmie (elektrolytenverstoring), beter bekend als watervergiftiging. Het drinkgedrag van de hond bepaalt dus in belangrijke mate zijn gezondheidstoestand!
Extreme drinkpatronen
Een hond die te veel of te weinig water drinkt kan last hebben van een bepaalde ziekte. Een “overdrinker” kan een blaasontsteking of een infectie hebben, of zelfs aan diabetes lijden. Deze honden zijn overgehydrateerd en tonen symptomen zoals overgeven, lethargisch en verward gedrag. Een “onderdrinker” wijst dan weer op parvovirose, leptospirose of pancreatitis. Een gedehydrateerde hond herken je aan flets, glansloos tandvlees en een nekvel dat niet soepel terugveert als je het uitrekt en loslaat. Het is opnieuw duidelijk dat het drinkgedrag van je hond in directe relatie staat met zijn gezondheid. Het is daarom belangrijk zijn waterinname goed te beheren en bij te sturen indien nodig.
Een hond die te veel of te weinig water drinkt kan last hebben van een bepaalde ziekte. Een “overdrinker” kan een blaasontsteking of een infectie hebben, of zelfs aan diabetes lijden. Deze honden zijn overgehydrateerd en tonen symptomen zoals overgeven, lethargisch en verward gedrag. Een “onderdrinker” wijst dan weer op parvovirose, leptospirose of pancreatitis. Een gedehydrateerde hond herken je aan flets, glansloos tandvlees en een nekvel dat niet soepel terugveert als je het uitrekt en loslaat. Het is opnieuw duidelijk dat het drinkgedrag van je hond in directe relatie staat met zijn gezondheid. Het is daarom belangrijk zijn waterinname goed te beheren en bij te sturen indien nodig.
Hoeveel water heeft een hond nodig?
Verschillende factoren bepalen hoeveel water je hond idealiter moet opnemen.
Bijsturen waar nodig
Honden die te veel of te weinig drinken, moeten bijgestuurd worden in hun drinkgedrag om zo een optimale hoeveelheid water binnen te krijgen. Er bestaan verschillende trucjes om dat te bereiken.
Verschillende factoren bepalen hoeveel water je hond idealiter moet opnemen.
- Grootte: Een goede richtlijn is 50 ml water per kilogram lichaamsgewicht. Een hond van 25 kg heeft dus gemiddeld 1250 ml, ofwel 1,2 liter water per dag nodig.
- Voer: Droogvoer en snoeperijen zijn meestal zouter dan blikvoer waardoor meer water opgenomen moet worden.
Let daarom goed op de hoeveelheid zout dat je je hond voorschotelt en probeer dit te beperken.
- Leeftijd: Jonge honden hebben om de twee uur 150 ml water nodig en moeten dus sterk opgevolgd worden. Oudere honden daarentegen voelen zelf aan wanneer ze moeten drinken.
- Beweging: Hoe meer je hond beweegt, hoe meer water hij nodig heeft. Neem daarom op je wandelingen telkens een thermos drinkfles mee speciaal voor je hond.
- Weer: Warmer weer vraagt om meer wateropname.
- Medicatie: Sommige medicijnen vereisen een verhoogde of verlaagde wateropname. Bespreek dit met je dierenarts.
Bijsturen waar nodig
Honden die te veel of te weinig drinken, moeten bijgestuurd worden in hun drinkgedrag om zo een optimale hoeveelheid water binnen te krijgen. Er bestaan verschillende trucjes om dat te bereiken.
- Onderdrinker: Beloon je hond telkens wanneer hij drinkt en bepaal op die manier zijn gedrag. Plaats drinkbakken op strategische plaatsen, gebruik smaakjes om water lekkerder te
maken voor je hond en schotel hem zoutarme kippenbouillon voor.
Wil je je hond gezond houden - en zelfs gezonder maken - schenk dan aandacht aan zijn drinkgedrag. Doe er alles aan om hem te leren dat drinken belangrijk is, maar met mate moet gebeuren.
- Overdrinker: Gebruik een waterdispenser zoals die bestaan voor konijnen (aangepaste versie voor honden!). Er bestaan ook speciale “likflessen”. Beide hulpmiddelen zorgen ervoor dat
het drinken trager en beperkter gebeurt. Op termijn heeft dit ook een conditionerend gedragseffect.
Wil je je hond gezond houden - en zelfs gezonder maken - schenk dan aandacht aan zijn drinkgedrag. Doe er alles aan om hem te leren dat drinken belangrijk is, maar met mate moet gebeuren.